De christelijke betekenis van de BOOM
De
boom staat symbool voor: Bloei, Stabiliteit, Leven, Genezing en Hoop
Op
diverse manieren komen bomen voor in de Bijbel.
Liefst 144 keer wordt er in de Bijbel
verwezen naar een boom of naar bomen (Willibrordvertaling).
Daarbovenop tientallen verwijzingen naar een ceder, olijfboom, eik...
Hier volgen een aantal verwijzingen.
1. De boom van de kennis of de boom van goed en kwaad
Midden in de tuin
stonden de boom van het leven en de boom van de kennis van goed en kwaad.
(Genesis 2,9)
En
de heer God gaf de mens dit gebod: Je mag van alle bomen in de tuin overvloedig
eten, maar van de boom van de kennis van goed en kwaad mag je niet eten, want
op de dag dat je daarvan eet, zal je sterven. (Genesis, Hoofdstuk 2, Vers
16-17)
2. Bomen als teken van hoop en van (nieuw) leven
In Psalm 1 wordt iemand die Gods wet volgt vergeleken met een boom die vruchten voortbrengt.
Hij is als een boom, geworteld aan stromend water, die elk seizoen opnieuw vrucht draagt; nooit zullen zijn bladeren verdorren, alles wat hij doet brengt hij tot een goed einde. (Psalm 1,3)
En
in Jeremia 17:8
Hij is als een boom geplant
aan water, zijn wortels reiken tot in de rivier. Hij merkt de komst van de
hitte niet op, zijn bladeren blijven altijd groen. Tijden van droogte deren hem
niet, steeds weer draagt hij vrucht.
Als die boom omvalt, is dat nog het einde niet: zelfs geveld kan hij nog bloeien.
Let wel, voor een boom is er hoop: zelfs omgehouwen kan hij nog uitbotten, opnieuw in bladeren schieten. (Job 14,7)
3. Zo onwrikbaar als een boom
Ook de boom als symbool voor standvastigheid en onwrikbaarheid is vaak gebruikte beeldspraak.
Maar ik ben als een groene olijfboom, die in het huis van God staat: ik vertrouw op de liefde van God voor altijd en voor eeuwig. (Psalm 52,10)
Een boom kan naar het zuiden vallen of naar het noorden, maar zoals hij valt blijft hij liggen. (Prediker 11,3)
4. De boom als uitkijkpost
Dat brengt ons onvermijdelijk naar het verhaal van Zacheüs, de berouwvolle tollenaar die in een boom klom om Jezus te kunnen zien.
Hij was oppertollenaar en hij was rijk. Hij wilde wel eens zien wat Jezus voor iemand was, maar het lukte hem niet vanwege de mensenmassa, want hij was klein van stuk. Daarom rende hij vooruit en klom in een moerbeivijgenboom om Hem te zien te krijgen, want Hij zou daar voorbijkomen. Toen Jezus bij die plek kwam, keek Hij omhoog en zei tegen hem: 'Zacheüs, kom vlug naar beneden; vandaag moet Ik in uw huis verblijven.' (Lucas 19,2-5)
Uiteindelijk zal Zacheüs de helft van zijn bezittingen afstaan aan de armen en degenen die hij had afgeperst vergoedde hij viervoudig.
5. De Levensboom als symbool van wijsheid
De Levensboom duikt opvallend vaak op in het bijbelboek Spreuken, waar het vaak om wijsheid draait.
Voor wie haar verwerft is zij (wijsheid) een levensboom en wie haar vasthoudt is gelukkig. (Spreuken 3,18)
Altijd maar hopen maakt het hart ziek, maar een vervuld verlangen is een levensboom. (Spreuken 13,12)
6. De schoonheid van een boom
Omkeren: Zoals men bomen herkent aan hun vruchten, zo herkent met mensen aan hun daden.
Er is geen mooie boom die zieke vrucht draagt, en evenmin een zieke boom die mooie vrucht draagt.
Iedere boom is herkenbaar aan zijn eigen vrucht. Van een doornstruik plukt men geen vijgen en van een braamstruik oogst men geen druiven. (Lucas 6,43-44)
7. De genezende kracht
De laatste vermelding van een boom staat in de Openbaring van Johannes: de levensboom die genezing brengt.
Midden
op het plein van de stad en omgeven door de rivier stond de levensboom, die
twaalfmaal vrucht draagt, elke maand eens; en zijn loof brengt de volken
genezing. (Openbaring van Johannes 22,2)